top of page

DE SPRANKEL MAGIE VAN HET THEÂTRE DE LA VIE

Het kunstenaarsduo Sarah & Charles ontwierp de set voor Thriller... van Diederik Pieters

 

In Februari was in de Beursschouwburg (Brussels) en in Buda (Kortrijk) Thriller... te zien, een beeldende voorstelling van performeur en regisseur Diederik Pieters. Een bijzondere rol is daarin weggelegd voor het decor : drie mobile, realistische ogende wanden van een apartementskamer. De set werd onworpen door het beeldend kunstenaarsduo Sarah & Charles. In een gesprek met Jeroen Versteele leggen zij uit hoe dit eerste theaterproject past in hun traject van installaties - een reeks kamers die deel uitmaken van een overkoepelend verhaal over verlatenheid.

Een man drinkt thee, leest een magazine, krijgt een telefoontje. Hij dekt de tafel voor twee en maakt zich klaar om een gast te ontvangen. Opnieuw telefoon. Ruis. Zwarte mannetjes, onzichtbaar voor de man, haasten zich de kamer binnen en verwisselen de koffer die naast de tafel staat. Lichtwissel. Het regent. De man, achterdochtig nu, houdt zijn oor aan de deur, spiedt door het raam, loopt zenuwachtig heen en weer.

Het is het begin van een verhaal dat zich maar niet laat vertellen. Van alledaagse, herkenbare scènes switcht Thriller... onvermoed naar onvervalste horrortaferelen zoals dat van een dode meid in de hoek van de kamer, een harig monster dat door het raam ontsnapt, een hakelige precieze inbraak door twee dubbelgangers met baard en pet. Diederik Peeters creëert een maalstroom van verwachtingspatronen, gemoedstoestanden en waanbeelden. Alles in deze voorstelling is vloeiend. Er is geen personage dat niet transformeert, uit de dood verrijst of ont- dubbelt. Geen enkele verhaalijn zet zich door of haakt in op wat je al te zien kreeg. Toch intrigeert dit kijk- en luisterspel. Je ziet de mechaniek achter de creatie van nachtmerrieachtige beelden, en dat levert slimme humor op. Ook het tempo zit juist in deze strak gemonteerde choreographie, die doet denken aan het al even meticuleuze Omvallen van Sanne van Rijn (2005). De regisseur wordt daarbij geholpen door een drietal uitstekend mi-

Sarah & Charles, Thriller... scenography, 2009

mende acteurs (Miet  Warlop, Geert Vaes en Harold Henning), een sturende soundtrack van filmmuziek en geluidsbits, en het rijdende decor van Sarah & Charles.

Sarah : 'Ons decor speelt, net zoals de acteurs, en autonom personage. In het begin van de voorstelling plooit het zich nog mooi volgens de verwachtingen: als de man op zijn bezoek wacht en door het raam wil kijken, rijd de wand met het venster net op tijd het podium op. Het decor toont op zo'n moment de kamer door de ogen van die man, op een manier zoals hij die wil zien. Na verloop van tijd draait de verhouding echter helemaal om. De kamer vergroot of wordt precies heel klein, de deur verplaatst zich, de wanden glijden langs elkaar heen. Alsof de kamer een monster wordt dat ademt in de nek van de acteurs'.

Het hoogtepunt van deze evolutie (en van de voostelling) is de scène waarin de man in grote lijnen over het podium rent, terwijl de wanden langs hem heen rollen en voortdurend nieuwe gangen, lange muren en onverwachte ramen en deuren creëren.

Paranoïa

Sarah : 'We zijn gefascineerd door kamers en hun architectuur. Huiskamers vooral; hoe die gevoelens van comfort en bescherming oproepen. In je kamer kan je je eigen universum definiëren​.'
Charles: 'Als kind vond ik het geweldig om kampen te bouwen in het bos, of thuis achter de zetel. Vier stoelen achter elkaar vormen al een geweldige tunnel. Ik hoop
die fantasie niet

 

te verliezen, die vreugde in het scheppen van kleine, intieme wereldjes. Ik voel me meer op mijn gemak in een kleine kamer dan in een open ruimte. Voor mij is dat het ergste dat me kan overkomen: dat er wordt ingebroken op mijn veilige omgeving.' Thriller... speelt met dit soort paranoia, die uitmondt in een regelrechte nachtmerrie met inbrekers, lijken met lakens erover gedrapeerd, wapperende gordijnen, telefoontjes die een parallel universum genereren, post die door de brievenbus heen wordt gestouwd. Ook The Hero Dies - But the Story goes on forever..., de meest recente installatie van Sarah & Charles verraadt een dergelijke angst voor de buitenwereld. Deze installatie, die van december 2008 tot maart 2009 werd getoond in  Galerie Van Der Mieden in Antwerpen, bestaat uit twee delen. Eerst zie je een kleine, duister ingerichte kamer met sofa, tafel en venster met zeezicht. Dan kom je in een filmzaal terecht met vier geprojecteerde, in loop gemonteerde filmpjes van wat er zich in de kamer heeft afgespeeld. Twee acteurs, Elsa May Averill en Thriller...-regisseur Diederik Peeters zelf, spelen de bewoners. In een van de filmpjes, loopt de vrouw naar buiten, in een ander gooit de man haar tegen de grond. In nog een ander filmpje, zie je Peeters in de sofa liggen angstig kijkend naar de plek vanwaar je net tevoren het decor hebt binnengekeken. Een vierde filmpje toont jou als toeschouwer, terwijl je de kamer rondspiedde, onbewust van de camera en het montagesysteem. 'Voor die man is zijn kamer een plek van bevreemding geworden', vertelt Charles. 'Hij beeldt zich de blik van de on-

Sarah & Charles, Thriller... scenography, 2009

genode toeschouwers in, hij geraakt geïrriteerd en komt in conflict met zijn vriendin. Zij rent naar buiten, naar de pier op het strand. Hij zoekt in de kamer naar punten van herkenning, naar zichzelf'. 'De openbare ruimte is vormgegeven volgens algemeen geldende codes' gaat Sarah verder. 'Je eigen ruimte heb je zelf geschapen. Het doet me altijd iets als ik de kamer van iemand anders binnenstap. De geur, de sfeer, het licht. Een kamer veruiterlijkt een stuk van je persoonlijkheid. Het is een metafoor voor je individualiteit'.

Kinderkamer

'Tijdens de opnames voor onze installatie is het idee gegroeid dat we zouden meewerken aan de voorstelling die Diederik aan het voorbereiden was. We delen niet alleen een interesse voor de relatie tussen een personage en zijn kamer, maar ook voor narativiteit. Net zoals de verhaalstructuur van Thriller... voortdurendt afsplitst en uitdijt, zo vertakt ons beeldend werk zich. The Hero Dies - But the Story Goes on Forever... past in een reeks installaties, telkens bijna-realistische kamers van personages in een langgerekt verhaal. Dat verhaal heeft een chronologisch verloop, alleen  hebben we nog geen zicht op de volledige ontwikkeling. Onze installaties en de personages die we erin introduceren, bestrijken telkens maar een klein deel van het totale, mogelijke verhaal. Vanuit elke installatie zijn er bovendien verbindingen mogelijk met verschillende andere passages, net zoals de avonturenboeken, die ik me herinner uit mijn kindertijd: onderaan de pagina moest je kiezen uit verschillende vervolgopties, en werd je naar een nieuwe pagina gestuurd. Er kunnen personages en verhaallijnen bijkomen.  Of je kunt kiezen om in de beslotenheid van een kleine verhaallus te blijven. De hele cyclus is trouwens opgevat als een grote lus: Overcast, een installatie die een kinderkamer in zwartwit toont, kan zowel een begin-als een eindput zijn in het verhaal. De kamer bevindt zich aan het einde van een zwarte tunnel die je als bezoeker helemaal door moet lopen. Ondertussen wordt

het licht steeds schaarser; uitendelijk moet je op de tast in de richting van de kamer lopen. Het is een flashback, maar evengoed een nieuw begin.'

Sarah: 'In Nowhere to be found - present betreed je de kamer van een vereenzaamde, oude man. Je hoort zijn stem en aan de muur hangt de foto van een meisje, zijn dochter. Zij is verdwenen. Haar kamer tonen we in Nowhere to be found-past. Het is een meisjekamer met een televisiescherm, met daarop beelden van bezoekers en ondertitels die vertellen waarom het meisje is weggegaan. Je kunt elke installatie apart bekijken en een eigen verhaal construeren met alle elementen die je aantreft, maar we vinden het leuk om door de jaren heen een web te weven van onderlinge verwijzingen en uiteindelijk een soort familie-

epos te vertellen aan de hand van kamers, achtergelaten voorwerpen en gefilmde scènes.' 'Na The Hero Dies - But the Story Goes on Forever..., werken we nu voor het eerst aan een installatie van een plek die zich in open lucht bevindt: de pier op het strand, waar de vrouw misschien heen rent als ze de kamer met haar angstige vriend verlaat. Het lijkt wat vreemd om na een reeks kamers plots een zeepier te bouwen, maar eigenlijk is een pier ook een soort kleine afgebakende ruimte. Het is een smalle, veilige strook die zich tussen hemel, water, en aarde bevindt.' De sfeer van hun installaties is zelden vrolijk of energiek, dikwijls spreekt er uit de kamers van Sarah & Charles een zekere melancholie - net als uit de beginsequentie van Thriller... waarin een man een eeuwigheid lijkt te wachten op iemand die

Sarah & Charles, The Hero Dies... and the Story Goes On Forever, 2008

niet komt. 'Verlatenheid  speelt een grote rol in ons werk' legt Sarah uit. 'We tonen plekken waar mensen afscheid van elkaar hebben genomen en aleen achterblijven. Dat hoeft niet altijd dramatisch te zijn.' 

'Nee', zegt Charles, 'de kelderkamer van de oude man ervaar ik bijvoorbeeld niet als somber maar net als knus en gezellig. Het is een universum, er vindt een leven plaats.'

Operazangers

Sarah: 'We houden van het werk van Gabriel Garcia Marquez : er mankeert iets aan al zijn personages, maar ze maken gerbuik van hun beperkingen en eigenschappen. Het zijn geen zielige figuren; ze zijn gelukkig in de wereld, die ze voor zichzelf hebben geschapen.' 

Charles: 'Net als Don Quichot zijn ze waanzinnig, maar het is geen fatale waanzin. Nee, ze zoeken vanuit hun perspectief naar wat mooi en zinvol is. Het maakt  niet uit dat hun eigen universum beperkt of zelfs fake is. In dat opzicht is ook de film E la nave va van Fellini bijzonder interessant: een verhaal over een generatie operazangers die op een reusachtige oceaanstomer afscheid nemen van een overleden collegasterzangeres. Je ziet duidelijk dat de zee een de hemel uit glinsterend bordkarton bestaan. Net zoals de leefwereld van die operamogols totaal kunstmatig is. Maar dat deert hen niet, ze vieren het afscheid van hun luisterrijke leven vol overtuiging en overgave. Opgaan in zelfgecreëerde kunstmatigheid, daar is niks mis mee.We leven hoe dan ook in een werkelijkheid die tegelijk hyperrealistisch en bedrieglijk vals is. Dat is het théâtre de la vie.' Charles: 'In ons werk bedienen we ons van een realistische film, maar dan met een sprankel magie.' Sarah: 'We maken geen fantasie maar voegen een twist toe aan de realiteit, we prutsen een beetje aan de code waarmee je de omgeving waarneemt.'

Charles: 'We halen veel inspiratie uit de films van Jacques Tati. Hij schrijft geen dialogen maar schetst zijn personages door middel van typpische geluiden, zoals het aansteken van een sigaret. Hij abstraheert de

werkelijkheid: kunstmatig, maar tegelijk enorm geloofwaardig. Je kan best een intrigerend verhaal vertelen zonder een naturalistiche stijl na te streven. Zelf hingen we vroeger ook meer vast aan extreem realisme in onze beeldende werken. Meer en meer beginnen we te abstraheren'.

'Onze installatie spelen dijkwijls een direct spel met de toeschouwer. Die kijkt naar het werk, en onze camera kijkt terug. Dan ontdekt de bezoeker dat hij of zij opduikt in een filmpje en een rol speelt in het verhaal, of invloed uitoefent op het lichtvolume. De sensoren, camera's en montageapparatuur vormen de dieperliggende organnen van ons werk en dienen om inhoudelijke accenten te leggen. Niet om technisch te verbluffen of om te entertainen. We maken geen multimediakunst. De technologie is ondergeschikt aan wat we willen vertellen. Onze computer voorziet het lichaam van bloed en leven, maar is zonder dat lichaam niets waard.'

Sarah: We hopen dat er in de toekomst technologische modelijkheden zullen ontstaan die nu nog in volle ontwikkeling zijn, of te duur. We zouden bijvoorbeeld een programma willen ontwikkelen dat de gezichten van individuele bezoekers herkent, ook al komen die in groep. Zo'n computertoepassing zou nauwkerige observaties koppelen aan een archief vol gegevens van uiterlijkheden. Onze bedoeling is niet om voor Big Brother te spelen, maar om rekening te houden met welke informatie elke aparte toeschouwer al heeft opgepikt. Zo kunnen we dan de installatie op een anderre manier laten reageren op iemand die voor het eerst iets van ons ziet dan op iemand, die al verder staat in het "verhaal". We willen het publiek nog meer betrekken bij en medeplichtig maken aan het verstoren van de intimiteit van onze personagess. Fantaseren over zulke nieuwe technologieën inspireert ons om nieuwe verhaallijnen te bendenken.'

'Het klinkt futuristisch, maar voor ons is technologie vergelijkbaar met een penseel. Je kan schilderen met je handen, maar met een goed penseel wordt gewoon veel meer mogelijk.'

Sarah & Charles, Nowhere to be found - past and present,  2007

bottom of page